«  Vorige Hoofdstuk   |   Selecteer een hoofdstuk   |   Volgend Hoofdstuk  »

Psalmen 120

1  Een lied op Hammaaloth. Ik heb tot den HEERE geroepen in mijn benauwdheid, en Hij heeft mij verhoord.

2  O HEERE! red mijn ziel van de valse lippen, van de bedriegelijke tong.

3  Wat zal U de bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U toevoegen?

4  Scherpe pijlen eens machtigen, mitsgaders gloeiende jeneverkolen.

5  O, wee mij, dat ik een vreemdeling ben in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone.

6  Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen, die den vrede haten.

7  Ik ben vreedzaam; maar als ik spreek, zijn zij aan den oorlog.

«  Vorige Hoofdstuk   |   Selecteer een hoofdstuk   |   Volgend Hoofdstuk  »
“De genade van den Heere Jezus Christus zij met u.” — 1 Corinthiërs 16:23